Kam-orgel
Evangelisch-Lutherse kerk
Het huidig kerkgebouw van de Evangelisch-Lutherse kerk stamt uit 1669. Het is gelegen aan de Langendijk. In 1815 betrokken de Lutheranen het. In de jaren daarvoor werd de kerk als schuilkerkje gebruikt door Rooms-Katholieken en later door Jansenisten. In deze kerk was waarschijnlijk wel een orgel aanwezig. Het instrument had echter kennelijk niet veel te betekenen, want in 1797 schreef de Brabantse orgelmaker Nicolaas van Hirtum, die het orgel moest repareren, in zijn aantekeningenboekje: “In dit jaar stemde en repareerde ik de orgel in de Jansenistekerk in de stat Gorkom in Hollant; een out en slegt werkie.”
Het huidige orgel is gebouwd in 1859 en in 1860 opgeleverd door de Rotterdamse orgelbouwer Willem Hendrik Kam. Tijdens de bouw werd gebruik gemaakt van ouder pijpwerk, afkomstig uit het in 1809 door orgelbouwer J.D. Nolting gebouwde orgel in de voormalige Lutherse Kerk aan de Havendijk. Dit orgel is in 1815 meeverhuisd naar de kerk aan de Langendijk.
In 1924 onderging het orgel een ingrijpende verandering, uitgevoerd door de Dordtse orgelbouwer M. Spiering. De mechanische tractuur werd vervangen door pneumatische apparatuur. Ook werd de dispositie, conform de inzichten van die tijd, sterk gewijzigd. In de jaren daarna volgden vele meer en minder geslaagde reparaties door diverse orgelbouwers.
Het kerkgebouw raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw in verval. Zo stond er bij tijd en wijle na een flinke regenbui een laag water op het pedaal, omdat het dak van het kerkgebouw lekte. Organist Dick Delsman bouwde daarom een plastic tentje om de klaviatuur heen en heeft zo, soms met paraplu in zijn kraag, kunnen blijven spelen. Er zullen maar weinig organisten in ons land zijn die dergelijke improvisaties hebben moeten leveren. Het dieptepunt werd bereikt in 1984. Het kerkgebouw werd wegens instortingsgevaar op last van de Gemeente Gorinchem gesloten. Het orgel werd afgebroken en opgeslagen bij de Gebr. Van Vulpen te Utrecht.
Het kerkgebouw werd gerestaureerd, en daarna volgde een totale restauratie door orgelbouwer Pels & van Leeuwen (voltooid in 1996), waarbij het oorspronkelijke ontwerp uit 1859 als uitgangspunt diende. Hierbij werd het orgel uitgebreid met een zelfstandige subbas 16’ op het Pedaal die achter de orgelkas op een eigen lade werd geplaatst. Het orgel beschikt momenteel over vijftien registers, verdeeld over twee klavieren en pedaal. De speeltafel bevindt zich aan de linkerzijde. Aan de rechterkant ligt een grote magazijnbalg die het instrument van de benodigde orgelwind voorziet.
De klank is te omschrijven als voldoende krachtig, romantisch warm en muzikaal expressief.